Ethiopië 2020, deel 2

Vandaag zondag, we gaan een bezoek brengen aan de Dasanech stam, die leven aan de Omo rivier. We krijgen een rondleiding door de nederzetting en als afscheid wordt nog een traditionele dans gedaan. Daarna rijden we weer terug, nuttigen de lunch om vervolgens door te rijden naar Jinka, waar we eind van de middag arriveren. Maandag rijden we door het Mago National Park, hier leven diverse wilde dieren. Deze zien we uiteraard niet op wat apen na en enkele dikdiks, een klein soort hert. We brengen een bezoek aan de Mursi stam. Deze zijn bekend door de schijven die de vrouwen door hun onderliep aanbrengen. Daarnaast tatoeëren de mensen zich door met een mes in de huid te kerven en dragen ze ook veel grote schijven in hun oorlellen, je moet er van houden. Ook hier vraagt iedereen om een foto te maken, waar je dan weer voor moet betalen natuurlijk. Onze reisleidster koopt het met een bedrag af, maar daar trekken veel bewoners zich niet zoveel van aan. Na de lunch bezoeken we een nederzetting van de Ari stam, we zien potten bakken, een smederij en iemand die djala’s bakt en een stokerij van hele sterke drank. Op dinsdag gaan we weer door, we rijden naar Konso via een mooie tocht en prachtige vergezichten. Ook een bezoek aan een nederzetting van de Konso stam mag niet ontbreken. Ze zijn bekend van de waka’s, een houten standbeeld voor de overledenen, werelderfgoed zelfs. Na de rondleiding en uitleg over de leefgewoonten rijden we naar een klein museum waar het nodige wordt bewaard van de stam. Daarna keren we terug naar hotel. Inmiddels is het alweer woensdag geworden, dus weer pakken en de auto’s inladen. Het doel is Yabelo, het zuidelijkste punt van de reis. Na het inchecken rijden we naar El Sod, daar ligt een krater met een zoutneerslag. Momenteel staat het meer bijna droog, waardoor er alleen zwart zout te halen is, na de regenperiode staat het water hoger en kan er ook wit zout gewonnen worden en grote zoutkristallen. Enkele bikkels dalen in de hitte af naar de bodem van de krater, ik prefereer de terugreis naar het hotel voor een koel biertje. Dat is wel nodig want water heb ik niet op mijn kamer, diverse malen zou er iemand langskomen, maar helaas. Donderdag reizen we weer verder naar Awassa, we lunchen daar en laten ons dan naar het haventje rijden. We gebruiken hiervoor tuktuks, die heten hier bajaj’s, maar het principe is gelijk: zo snel mogelijk verkeersovertredingen maken in zo kort mogelijk tijd. Maar we komen zonder kleerscheuren om de juiste plek om in een bootje over het meer te varen. We zien vele soorten vogels, zoals ibissen en visarenden, maar het toetje is een kudde nijlpaarden. De kapitein is stoer genoeg om tot vlak bij te geraken, wij zijn er minder gerust op. Maar ook dit overleven we en bij zonsondergang zijn we weer terug. De volgende ochtend krijgen we een rondleiding over de vismarkt en dan is het tijd voor de terugreis naar Addis Abeba waar we eind van de middag arriveren. De zuidelijke lus zit er dan op, morgenochtend vroeg opstaan om het vliegtuig te nemen om naar Lalibela te gaan waar we aan de noordelijke lus gaan beginnen. Het zal korte nacht zijn want 4.30 vertrek.